Enkele gemeenten gaan door met het gebruiken van nepaccounts bij het vergaren van online informatie over hun burgers, schrijft de Volkskrant. Deze gemeenten gebruiken de nepaccounts om ongeregeldheden en criminaliteit te bestrijden. Deskundigen hebben een ander oordeel over de wetmatigheid hiervan dan de overheden.
Doorgaan
Ondanks de controverse houden zeker negen gemeenten vast aan deze manier van werken, blijkt uit de inventarisatie van de Volkskrant. Het aantal kan hoger liggen omdat de helft van de gemeenten reageerde op de vragen van de krant. Enkele gemeenten hebben nepaccounts (voorlopig) offline gehaald, zoals Uithoorn en Hilversum, maar andere gaan er bewust mee door. Zoals de gemeente Utrecht, die in ‘uitzonderlijke gevallen’ een nepaccount gebruikt voor onderzoek naar illegale prostitutie.
Juridische opvattingen
Enkele deskundigen zijn tegenover de krant kritisch over deze werkwijze. Eén hoogleraar zegt dat het niet is toegestaan zolang er geen wettelijke grondslag is. Bovendien zou een inbreuk op de privacy op de loer liggen. Een andere hoogleraar benadrukt dat alleen politie en inlichtingendiensten geen nepaccounts mogen gebruiken om strafbare feiten te verzamelen. Uit de inventarisatie blijkt dat de juridische opvattingen onder gemeenten ook flink uiteenlopen.
Drijfzand
De controverse ontstond in mei toen, in een onderzoek van NHL Stenden Hogeschool onder 156 gemeenten, 95 procent van de ambtenaren aangaf dat de eigen gemeente aan online monitoring van burgers doet. Het online volgen zonder protocol zou ‘juridisch drijfzand’ zijn. Monique Verdier, vicevoorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens, vertelde in het afgelopen nummer van Binnenlands Bestuur dat de gevolgen van het verzamelen van persoonsgegevens groot kunnen zijn, zelfs al gaat het op het eerste oog niet om heel gevoelige informatie.
Bron: Binnenlandsbestuur digitaal