In ‘Koppelvlak’, het digitale magazine van Logius, staat een interview met Frits Warner (programmamanager Digitaal 2017) waarin hij uitlegt wat het programma doet en wat de stand van zaken is.
Vanaf 1 januari 2018 hebben alle burgers en ondernemers het recht om digitaal zaken te doen met de overheid. Maar dan moet de overheid wel haar digitale dienstverlening op orde hebben. Het programma loopt sinds 2010 en dus dringt de vraag zich op hoe ver Digitaal 2017 nu is. Frits Warnar vertelt.
Stand van zaken
Het programma Digitaal 2017 komt voort uit de ambitie van kabinet-Rutte II. Het programma stimuleert overheidsorganisaties om de digitale dienstverlening te verbeteren, het monitort de voortgang ervan, agendeert het onderwerp in overleggen met partners en rapporteert aan de Tweede Kamer. Het programma ondersteunt organisaties dus waar mogelijk maar de overheidsorganisaties zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van maatregelen. Uit de jaarlijkse voortgangsrapportage in 2016 bleek dat van de 550 overheidsbrede diensten, 88 procent inmiddels digitaal beschikbaar was. Steeds meer overheidsorganisaties sluiten aan op generieke voorzieningen zoals DigiD. Volgens Warnar stijgt elk jaar het tevredenheidscijfer dat burgers en bedrijven de overheid geven. Medio 2016 was dat een 7.
Van 88 procent naar 100 procent
Het is duidelijk dat het percentage voor beschikbare digitale diensten omhoog moet. Hoe? Warnar legt uit: “Tegen de organisaties die nu nog achter lopen, kunnen we zeggen welke diensten ze nog digitaal moeten maken om eind 2017 te voldoen aan de Wet algemeen bestuursrecht. Ons advies aan deze organisaties is, om eerst te zorgen dat de burgers en bedrijven digitaal bij hen terecht kunnen en om niet te veel tijd te besteden aan het uitwerken van geavanceerde oplossingen.”
Toekomst
“De overheid wil de digitale dienstverlening ook in de toekomst blijven verbeteren. Denk aan impuls eID en het aansluiten op de voorzieningen van de Generieke Digitale Dienstverlening (GDI). Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de studiegroep Informatiesamenleving en Overheid de opdracht gegeven om te onderzoeken welke positie de overheid in de toekomst gaat innemen in de digitale samenleving. De studiegroep levert voorstellen op waar een volgend kabinet mee aan de slag kan gaan”, besluit Warnar.