In 2021 moeten overheden beginnen met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). In de regio IJsselland hebben overheden het afgelopen jaar al botsproeven gedaan en casussen uitgevoerd om te zien wat ervoor nodig is om het DSO straks klaar te krijgen. Het is veel werk, zien de deelnemers, maar het levert ook wat op. ‘Het concreet aan de gang gaan, geeft veel energie.’
Samenwerking
Voor de medewerkers van de provincie Overijssel, de gemeenten van de regio IJsselland, waterschap en omgevingsdienst is samenwerking niet nieuw, zegt programmaleider Omgevingswet Susanne Nolten van de provincie Overijssel. ‘Samenwerking en overleg over de komende Omgevingswet bestaat al veel langer, dus toen het landelijk programma “Aan de slag met de Omgevingswet” regio’s zocht voor DSO try-outs, hebben we elkaar aangekeken en gedacht: dat gaan we doen.’
Bommelding
Daar zit nog wel een leuke anekdote aan vast. Toen de verschillende deelnemers in de regionale Omgevingstafel vorig jaar december als activiteit een Escape Room hadden bedacht op het provinciehuis in Zwolle, kwam er een kink in de kabel. Jurjen Bos, projectleider Omgevingswet bij de omgevingsdienst IJsselland: ‘Midden in de Escape Room stond een “bom” die zou “afgaan” als we niet op tijd de uitgang vonden. Maar kennelijk was die bom té echt: de beveiliging werd gewaarschuwd, en vervolgens werd de melding geëscaleerd: de straat werd afgezet, het provinciehuis werd voor de veiligheid deels afgesloten en de medewerkers werden elders in het gebouw ondergebracht.’ Nolten: ‘Omdat we allemaal moesten wachten, zijn we maar gaan overleggen over die DSO-try-out, en we
kwamen er snel uit: daar gaan we mee aan de slag.’
Vragenbomen
Inmiddels zijn de samenwerkende overheden en diensten nu een half jaar bezig met casussen om te kijken waar de knelpunten liggen in de grote procesverandering. Nolten: ‘Vanaf het begin moeten we bepalen: wat komt erin, en wat niet? Wat hebben we nodig aan samenwerking om die verandering te bereiken? We willen daarmee niet wachten tot 1 januari 2021, als de Omgevingswet een feit is.’ Dus in plaats van over beleid te praten, doorlopen de deelnemers het proces: waar loopt een burger vast als het vergunningentraject via de ‘vragenbomen’ van het DSO wordt doorlopen, wat moet je anders doen? Volgens Janneke Veeneman, procesleider DSO bij de gemeente Deventer, is het een manier om mensen in beweging te krijgen. ‘De try-out brengt de samenwerking op gang, met het voordeel dat je het concreet maakt. En concreet, daar houden we in deze regio van.’ Bos: ‘Het is een trigger om dit proces te versnellen. We willen laten zien hoe het in de praktijk kan werken.’ ‘In eerste instantie gaat het vooral om het vergunningenproces: hoe organiseer je dat zodat het straks voor de burger makkelijk en eenduidig wordt?’, aldus Nolten. ‘Eigenlijk moet iemand met een initiatief zich niet meer afvragen bij welke overheid hij een vergunning moet aanvragen. De burger ziet straks één overheid. Maar daarnaast loopt het softwareproces. Want al die toe te passen regels en geo-informatie moeten raadpleegbaar en eenduidig zijn. Dus wij vragen ons steeds af: hoe gaat het straks richting loket? Hoe stem je regels op elkaar af?’
Detailniveau
En het afstemmen van die regels moet vaak op detailniveau. Spreek je de aanvrager aan met ‘jij’ of met ‘u’? Verschillende overheden spreken bovendien vaak een verschillende taal. Wat bij de ene overheid een ‘kapvergunning’ heet, wordt bij de ander ‘het vellen van een houtopstand’ genoemd. En dat gaat nog vaak over de relatief eenvoudige aanvragen. Ook voor de complexe omgevingsvergunningen, waar meerdere instanties iets over te zeggen hebben, moeten de overheden in de Omgevingswet beter samenwerken. Veeneman: ‘De meeste aanvragen zijn relatief eenvoudig, zoals de dakkapellen en kapvergunningen. In een veel kleiner deel van de aanvragen gaat het om meer gecompliceerde regels.’
Bron: BinnenlandsBestuur digitaal