Om gegevensuitwisseling binnen en tussen gemeenten te verbeteren in de aanpak van ondermijning, zegde minister Grapperhaus een protocol toe. Dat is er nu. Het model beschrijft de mogelijkheden om informatie binnengemeentelijk te delen, vooral aan de hand van bestaande wetgeving.
Het model privacy protocol binnengemeentelijke gegevensdeling is onderdeel van de ‘ondermijningswetgeving’ van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. Dat is een verzamelnaam voor meerdere wetsvoorstellen, zoals het uitbreiden van sluitingsbevoegdheden van burgemeesters en de Wet Bibob. Deze factsheet (pdf) geeft de stand van zaken per 1 januari 2020 weer.
Ook wil Grapperhaus, op veler verzoek, de gegevensuitwisseling binnen en tussen gemeenten dus makkelijker maken. De Raad van State (RvS) heeft inmiddels over dit onderwerp geadviseerd en kreeg daarop weer veel kritiek van burgemeesters. De minister kondigde na het advies aan dat het Aanjaagteam ondermijning met een model zou komen.
Stappenplan
In het protocol wordt aan de hand van een stappenplan een werkwijze voor gemeenten uitgewerkt. Signalen die de gemeente ontvangt kunnen in veel gevallen worden doorgeleid naar een of meer gemeentelijke diensten, zodat het bevoegde bestuursorgaan een passend besluit kan nemen. Bijvoorbeeld bij vergunningverlening. Er wordt vooral beschreven hoe bestaande wetgeving daarbij gebruikt kan worden om informatie te raadplegen. Zoals APV/Openbare orde-bevoegdheden, de Wet politiegegevens, Drank- en Horecawet, Wet Bibob, Jeugdwet en de Wet basisregistratie personen.
Gemeenten hebben bijvoorbeeld een ruime bevoegdheid om Brp-gegevens te gebruiken, namelijk ‘voor zover dat noodzakelijk is voor de goede vervulling van hun wettelijke taak’. Bij de bestrijding van ondermijning is van een dergelijke publieke taak al snel sprake. En dus kunnen Brp-gegevens daarom worden geraadpleegd.
Belangrijke stap
Het protocol is besproken in een klankbordgroep waarin individuele gemeenten, hun koepel VNG en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zaten. Zowel de VNG als de AP heeft volgens Grapperhaus waardering voor het informatieprotocol. Ze zien dit ‘als belangrijke stap die meer duidelijkheid schept op het gebied van informatiedeling’.
Aan de basis van dit model staat het privacy protocol van de gemeente Rotterdam. Hier werd door de RvS naar verwezen in haar advies. De belangrijkste toevoegingen zijn twee ‘privacy checks’ in fase 3 en 4 van het protocol en een analyse van de belangrijkste wetten die in de gemeentelijke praktijk het meest relevant zijn voor het verkrijgen van gegevens ter bestrijding van ondermijning. Op aangegeven punten moet het aan de concrete lokale omstandigheden worden aangepast.
Een gemeente zou hiermee een aanpak moeten kunnen realiseren die in lijn is met privacywet- en regelgeving. Maar het gebruik ervan is geen verplichting: ‘Dit model is niet bedoeld als enige mogelijkheid om de aanpak van ondermijning in te richten. Veel gemeenten hebben al een aanpak ontworpen, waarbij op andere wijze aan de privacyregelgeving zal zijn voldaan.’ Bijvoorbeeld Schiedam stelde in april 2019 dit privacyprotocol voor de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit op.
Knelpunten
Het model wordt de komende tijd voor gemeenten in speciale bijeenkomsten toegelicht. Daarin kunnen ook concrete zaken en knelpunten besproken worden, die als het nodig is aan het protocol worden toegevoegd. Verder meldt Grapperhaus dat ‘wanneer in de praktijk ervaren knelpunten niet weggenomen kunnen worden’, hij kijkt naar andere oplossingen. ‘Daarbij kan ook wijziging van sectorale wetgeving aan de orde zijn.’
Gemeenten en burgemeesters gaven eerder aan dat het voorgestelde protocol en de bijeenkomsten niet ver genoeg gingen om het probleem met het uitwisselen van informatie op te lossen. Over de twee oplossingen die werden aangedragen rept Grapperhaus niet in zijn brief. Dat waren het regelen van de benodigde gegevensverwerkingsbevoegdheid voor de burgemeester in de Gemeentewet en het raamwerk van het wetsvoorstel gegevensverwerking samenwerkingsverbanden (WGS), ook toe te passen binnen gemeenten en met partners.
Door Laura Wennekes op 26 februari 2020, Gemeente.Nu