Inloggen Geen profiel? Registreer hier.

Kamerbrief geeft duidelijkheid: burger geen eigenaar van persoonsgegevens

25/08/2020

Moet een burger eigenaar zijn van zijn persoonsgegevens? Over die vraag is al veel gediscussieerd. 15 juni stuurde staatssecretaris Raymond Knops de brief met het antwoord op deze vraag naar de Tweede Kamer. “Beter om de persoonsgegevens van een burger zo veel mogelijk op een andere manier te beschermen.”

Meer regie

Eén van de speerpunten van het kabinet is om mensen meer regie op hun gegevens te geven. Is het dan niet logisch om een stap verder gaan en de burgers niet alleen de regie, maar ook het eigendom van zijn persoonsgegevens te geven? Dat was de strekking van de vraag die staatssecretaris Knops in het AO Digitale Overheid op 10 september 2019 kreeg. De exacte vraag waar de brief een antwoord op geeft is: “Wordt het niet eens tijd om dat eigendomsrecht op onze data en gegevens via het Burgerlijk Wetboek te regelen?” In de Kamerbrief van 15 juni beantwoordt de staatssecretaris mede namens de minister voor Rechtsbescherming die vraag.

Niet overdraagbaar

Het lijkt logisch en intuïtief om de burger te beschouwen als eigenaar, want die gegevens gaan natuurlijk over hem of haar zelf. Toch is het geen goed idee om juridisch eigendom aan persoonsgegevens te verbinden, zegt staatssecretaris Knops in de brief. Daarvoor zijn meerdere redenen. Zo is het eigendomsrecht daar niet op ingericht; dat is in het Burgerlijk Wetboek verbonden aan een ‘zaak’. Eigenaarschap werkt ook de indruk dat persoonsgegevens in ‘eigendom’ kunnen worden overgedragen, bijvoorbeeld door de eigen nationaliteit of achternaam aan een ander te schenken. Dat kan natuurlijk niet.

Grenzen aan zeggenschap

Regie op gegevens gaat over de zeggenschap die de burger heeft over zijn gegevens. Maar ook daar zitten grenzen aan, stelt de brief. De overheid heeft persoonsgegevens nodig bij de uitvoering van wettelijke taken. Zij moet kunnen waarborgen dat die gegevens juist, actueel, beschikbaar en betrouwbaar zijn. Bovendien: een burger kan de overheid niet verbieden om zijn of haar naam, adres en geboortedatum vast te leggen. Of het door de overheid vastgestelde inkomen of de WOZ-waarde van de woning te veranderen of te wissen. Tot slot geven persoonlijke gegevens vaak een feitelijke werkelijkheid weer. Denk aan de geboortedatum, lichaamslengte of het kenteken. Burger (en overheid) kunnen deze gegevens alleen wijzigen als ze onjuist geadministreerd zijn of als de werkelijkheid gewijzigd is.

Rechten en plichten

De rechten en plichten rond de persoonsgegevens van een burger kunnen op een andere manier beschermd worden, is de conclusie van de brief. Deze rechten en plichten zijn geregeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Regie op gegevens krijgt vorm door rechten als inzage in de gegevens, inzage in het gebruik daarvan, en de mogelijkheid van correctie op de eigen gegevens. En: door deze gegevens te kunnen delen met andere partijen, zoals een woningbouwvereniging of hypotheekverstrekker. In de beleidsbrief Regie op Gegevens kunt u lezen hoe het Kabinet de regie van de burger over zijn eigen gegevens bij de overheid wil versterken.