‘Ziekenhuizen lopen flink voor op gemeenten.’
De hypes volgen elkaar steeds sneller op. Technologie belooft gouden bergen, maar zonder een realiteitscheck zal het blijven bij goede bedoelingen. Gemeenten willen graag aan de slag met machine learning, maar ze moeten eerst de basis op orde krijgen. Ze kunnen daarbij wat leren van ziekenhuizen.
‘Ik heb helemaal niets met computers.’ De opmerking kwam als een verrassing voor Geert-Jan Ketelaar. De manager probeert met zijn datateam bij de gemeente Almelo problemen zo compleet mogelijk te benaderen. Als een weg open moet om de riolering te vervangen dan kijken ze ook naar aspecten als wateroverlast, de groene belangen en de invloed op de energietransitie. Zodat de weg niet over twee jaar nóg een keer open moet. Het helpt als alle afdelingen de data op orde hebben. ‘Dus als er in deze tijden een collega binnenkomt die niets met computers heeft, dan vind ik dat bijzonder.’
Gemeenten willen iets met datagestuurd werken. De hypes volgen elkaar op: big data, deep learning, kunstmatige intelligentie, enzovoort. Inmiddels is wel duidelijk dat het niet allemaal goud is wat er blinkt, als men de verhalen neemt over SyRI. Of de Algemene Rekenkamer, die uiteenlopende risico’s constateert bij algoritmes van het rijk, van gebrekkige controle tot vooringenomenheid. Zelfs al worden al die obstakels geslecht, dan nog moet de organisatie er zelf klaar voor zijn. Het zijn immers de werknemers die datagestuurd gaan werken. Wat is ervoor nodig om dat goed te doen en hoe gaat dat nu bij gemeenten?
Basis op orde
Datagestuurd werken bij gemeenten heeft een hoog buitenspeelgehalte, bleek in april uit onderzoek van Binnenlands Bestuur in samenwerking met adviesbureau Kurtosis. Hoewel respondenten duidelijk de meerwaarde zagen van data in beleid, gaven beleidsmedewerkers de uitvoering bij gemeenten een magere score. Vier op de tien respondenten vonden de ambitie en de doelstelling van de organisatie niet helder geformuleerd en voor een meerderheid was niet duidelijk welke impact de datastrategie had op hun werkzaamheden. ‘Lang niet alle kansen worden benut’, verwoordde een respondent de situatie.
De kloof tussen de technici en de beleidsmakers blijft een probleem. ‘Er zit een groot gat tussen beide entiteiten’, vertelt Andre van der Meer, Principal Business Development Specialist bij SAS. Het bedrijf wil met meer gemeenten zakendoen, maar de onduidelijke rolverdeling maakt het soms moeilijk. ‘Het is niet altijd duidelijk we of nu met ict praten of met de business. Dan duurt het heel lang voordat het op gang komt.’ Soms is er ook een gebrek aan bewustzijn bij de top van de organisatie en dat merkt Van der Meer ook. ‘We organiseren bij gemeenten en bij de centrale overheid regelmatig masterclasses, over impact, beeldvorming en vooringenomenheid. Het wordt aangehoord, maar niet volledig begrepen. Ze hebben een beeld van artificial intelligence of cloud, maar dat is ver van de werkelijkheid. Ze denken te weten wat het is, maar het kost veel moeite om twee spaden dieper te spitten.’
Intrinsieke drive
‘Ziekenhuizen lopen flink voor op gemeenten’, zegt Van der Meer. ‘Het komt ook omdat zij veel dichter op het proces zitten. Het zijn specialisten-specialisten, met een enorme drive, die altijd op zoek zijn naar verbetering. En daaromheen zit vaak een groep business-analisten, speciaal voor die specialisten. Zo’n intrinsieke drive is er bij overheden niet. Dat ontstaat moeilijker in het gemeenteproces, terwijl het wel degelijk belangrijk is voor de efficiëntie.’ Hij ziet wel een verschuiving naar de inhoud in vergelijking met twee jaar geleden. ‘Toen hoorde ik vaak van overheden dat ze een datascientist hadden aangenomen, dat was toen heel hip. Maar dat betekent niet dat je datagestuurd bent. Ik denk dat ze niet eens wisten wat ze die datascientists moesten laten doen.’
Gert-Jan Ketelaar komt met een vergelijkbaar verhaal: ‘Drie jaar geleden vertelde een collega dat zijn gemeente drie data-scientists aan wilde nemen. Uiteindelijk namen ze er eentje aan en na een jaar kwamen ze erachter dat zelfs voor die ene eigenlijk heel weinig te doen was op dat gebied.’ Hij gelooft dat dat nog wel iets is voor Almelo. ‘In een volgende fase gaan we kijken naar big data en andere zaken.’
Hij verwacht dat het nog wel even duurt voordat de hele organisatie mee is – voordat iedereen wat met computers heeft, zeg maar. ‘Het besef over nut en noodzaak van goede data komt steeds sneller. Maar ik heb nog vijftien jaar tot mijn pensioen en zo lang zijn we in ieder geval nog wel bezig om de cultuurverandering te veroorzaken.’
Lees het volledige verhaal nu in de ict-special van nummer 12 van Binnenlands Bestuur.
Bron: Binnenlandsbestuur Digitaal, Alexander Leeuw